Wandelen in de bergen is heerlijk! 's Ochtends vroeg vertrekken, terwijl de dauw nog op het gras ligt en de heerlijke frisse lucht inademen tijdens de eerste klim. Langzaam piept het zonnetje boven de bergen uit en het wordt snel warmer. De jas gaat uit en in een fijn tempo loop je verder omhoog. Na een paar uur wandelen bereik je eindelijk die gezellige berghut of de top. Herkenbaar? In dit artikel delen we 12 gedachtes die iedere bergwandelaar wel zal herkennen.
1. Zo, ik moet er wel even inkomen zeg!
Je loopt net 3 minuten en het wandelpad stijgt al aardig. Je benen voelen zwaar en je voeten laten je duidelijk weten dat je gisteren ook een flinke tocht hebt gemaakt. Je ademhaling versnelt, pffff, je moet er echt even inkomen vandaag. Versnellingkje terug en rustig beginnen dus.
2. Pffff, ik heb het warm
Toen je het appartement uitstapte was het behoorlijk fris, maar na 20 minuten lopen krijg je het al flink warm. Waarom had je nou dat extra shirt én je wandeljas aan gedaan? Die kunnen direct in de rugzak.
3. Hé, we lopen sneller dan de bordjes
Beneden in het dal stond dat het 3 uur lopen was naar de top. Na 40 minuten lopen zie je weer een bordje waarop staat dat het nog 2 uur wandelen is tot het einddoel. Wow, we zijn lekker snel zeg, sneller dan dat de bordjes aangeven.
4. Moeten we hier nu naar links of naar rechts?
Een splitsing van wandelpaden zonder een bordje? Hmmm, naar rechts lijkt logisch, maar naar links zou ook kunnen. Oké, naar links dan maar. Na 5 minuten loopt het pad dood. Helaas, je moet weer terug en dus toch naar rechts.
5. Huh, waarom zie ik nergens die rood-witte strepen?
Je loopt boven de boomgens tussen de rotsen. Er is geen duidelijk wandelpad, dus je klautert en klimt van de ene rood-wit beschilderde rots naar de andere, maar dan: waar is de volgende? Je tuurt omhoog naar links en rechts. Na nog twee stappen (of soms veel meer) wordt het gelukkig weer duidelijk welke kant je op moet.
6. Dat uitzicht!
Zodra je wat hoger komt, word je keer op keer verrast door prachtige uitzichten. Tussen de bomen door kun je naar het dorp in het dal kijken. En op gegeven moment zie je de top waar je naartoe wilt. En als je daar dan eenmaal bent: wat een uitzicht!
7. Ik denk dat ik straks Schnitzel (Kaiserschmarnn, Gröstl...) ga eten
Je weet dat, wanneer je straks boven bent, er een geweldige berghut is, waar ze de heerlijkste lokale gerechten serveren. Lekker op het terras genieten van zo'n enorme Schnitzel, een portie Kaiserschmarrn of Gröstl in zo'n warm zwart pannetje.
8. Is dat nou een bergmarmot?
Zie je nou iets bewegen in de verte? Of is het een rots? Wacht even. Jaaaa, het is een bergmarmot hoor. Hij staat op z'n achterpootje op die rots daar. Oh, wat leuk!
9. Welke bergtop is dat ook alweer?
Als je hier boven op de berg staat, kun je dan helemaal tot aan de Grossglockner kijken? Die berg daar in de verte lijkt er wel op. Of is het nou een andere?
10. Ik denk dat ik een blaar op m'n hiel krijg
Aanvankelijk had je nergens last van, maar hoe langer je loopt hoe gevoeliger je hiel (of een andere plek op je voet) wordt. Het plekje wordt steeds warmer en begint af en toe te steken. Oh, oh, dat wordt een dikke blaar.
11. Oh dat afdalen! De volgende keer met de lift naar beneden?
Als je denkt dat je het zwaarste gedeelte van de wandeling gehad hebt, de klim, begint de afdaling. Dat lijkt eenvoudig, maar valt toch vaak nog vies tegen. Je benen en knieën moeten behoorlijke klappen opvangen en dat kost nog best veel energie. De volgende keer misschien toch maar een stukje met de lift?
12. Pfff het is wel weer mooi geweest
Je hebt zo'n 4, 5 of misschien wel 6 uren in je benen zitten en het einde van de wandeling is bijna in zicht. Nog ongeveer een half uurtje lopen en dan ben je terug in het dal. Pffff, het was prachtig, maar ook echt wel weer lang genoeg geweest.