Gletsjerwandelen, het staat hoog op het lijstje van menig fanatieke bergsporter. De uitdaging, de rust en het unieke landschap zorgen ervoor dat elk jaar weer tal van bergsporters zich wagen aan een gletsjerwandeling. Maar, niet iedere wandelaar kan zomaar een wandeling over het eeuwige ijs maken. Het is namelijk niet even een sneeuwvlakte in de bergen oversteken, er zitten risico's aan verbonden. Daarom ga je altijd onder begeleiding van een berggids op pad. Het is dus belangrijk om je goed in te lezen en daarom zetten we hieronder 7 vragen en antwoorden over gletsjerwandelen voor je op een rijtje.
1. Wat is gletsjerwandelen?
Het antwoord op deze eerste vraag is eigenlijk heel eenvoudig: gletsjerwandelen is letterlijk het wandelen over een gletsjer. Het is echter wel een heel breed begrip. Je kunt namelijk wandelen over enorme gletsjers, zoals de Aletschgletscher of de Pasterze Gletscher, maar ook over de kleinere ijsvlaktes in de bergen. Maar één ding hebben al deze wandelingen gemeen: je hebt er een bepaalde uitrusting voor nodig en je moet altijd met een gids op pad gaan. Het gletsjerlandschap kan namelijk snel veranderen en voor je het weet sta je naast een gletsjerspleet. Een van de redenen waarom gletsjerwandelingen zo populair zijn, is omdat het ver weg is van de drukte op de wandelpaden. Daarnaast is het ook een gave ervaring om over het ijs te lopen, het lijkt bijna alsof je op een andere wereld bent!
2. Wat heb je nodig qua materiaal?
Aangezien je niet over een bos- of rotspad loopt, maar over sneeuw en ijs, heb je naast je standaard uitrusting van bergschoenen, wandelstokken en een rugzak nog andere materialen nodig. We zetten ze hieronder voor je op een rijtje. De meeste materialen hoef je niet meteen te kopen, maar zijn te huur in Nederland of de Alpen. Als je materiaal huurt, vertel dan altijd wat je precies gaat doen en laat je adviseren welke spullen je het best mee kunt nemen.
- Stijgijzers: dit is een soort extra zool met 10 stalen pinnen die je onder je bergschoen vastmaakt. Deze pinnen zorgen ervoor dat je grip hebt op het gladde ijs. Vaak kun je stijgijzers huren bij de bergsportwinkel van jouw bestemming en de gids legt je uit hoe je ze moet bevestigen.
- C/D bergschoenen: stijgijzers kunnen niet onder ieder type bergschoen, hiervoor heb je een schoen nodig uit de categorie C of D. Deze hebben een zool die stijf genoeg is om de stijgijzers aan vast te maken. Lees hier 10 tips voor het kopen van de juiste bergschoenen >
- Touw: als je met een groep over de gletsjer loopt, want je gaat nooit alleen op pad, zit je aan elkaar vast met een touw. Dit moet een dynamisch klimtouw zijn, oftewel een touw met een bepaald rekvermogen om de impact van een eventuele val op te vangen. Meestal zorgt de gids voor het juiste touw en anders kun je het meestal huren bij de plaatselijke bergsportwinkel.
- Gordel: de tijd dat het touw nog om de middel werd geknoopt, is al lang voorbij gelukkig. Zorg ervoor dat je een verstelbare heupgordel, voorzien van veel materiaallussen, bij je hebt. Hij moet verstelbaar zijn, aangezien je nog niet weet hoeveel kleding je aanhebt tijdens het gletsjerwandelen. Laat de gids even checken of je het juist en strak genoeg aan hebt voor je verder gaat.
- Handschoenen: je wandelt over het ijs met stijgijzers onder je schoenen, beide scherpe dingen waar je je handen aan kunt openhalen. Daarom is het belangrijk dat je handschoenen draagt op de gletsjer. Dit hoeven niet meteen van die dikke wintersporthandschoenen te zijn, kies liever voor een paar dunnere maar stevige handschoenen.
- Zonnebril en zonnebrand: iets wat vaak vergeten wordt, is een goede zonnebril. Je loopt op hoogte in de sneeuw, dus de UV-straling van de zon is al hoger en wordt nog weerkaatst ook door de sneeuw. Zorg daarom voor een goede zonnebril met sterk UV-filter. Daarbij komt natuurlijk ook dat je je goed in moet smeren. Uit eigen ervaring kan ik helaas vertellen dat je snel verbrandt op een gletsjer, zonder dat je het doorhebt. De koele lucht zorgt er namelijk voor dat je de warmte van de zon minder voelt, maar de UV-straling is des te sterker hoog in de bergen. Smeer je dus gedurende de wandeling regelmatig in en vergeet niet je kin, nek, keel en oren mee te nemen. Een petje kan ook nog prettig zijn om bij je te hebben.
- Eventueel ijspikkel: afhankelijk van de moeilijkheidsgraad van je gletsjerwandeling heb je wel of geen ijspikkel nodig. Dit is een stuk gereedschap dat je kunt gebruiken als houvast op het ijs. Als je uitglijdt, kun je je pikkel in het ijs hakken om te voorkomen dat je verder glijdt. Ook kun je hiermee ijs weghakken of je gebruikt het tijdens het klimmen. Een ijspikkel is niet altijd nodig.
- Eventueel helm: hiervoor geldt hetzelfde als bij een ijspikkel, het is afhankelijk van je tocht. Maak je een gletsjerwandeling waarbij je echt moet klimmen, dan zorg je ervoor dat je een helm bij je hebt.
3. Welke kleding moet je aan?
Veel gletsjerwandelingen beginnen in het dal, waar het nog warm is en je er geen idee van hebt dat het boven flink kouder zal zijn. Veel mensen vergeten zich dus ook goed warm aan te kleden of genoeg warme kleding mee te nemen. De sneeuw blijft op dit soort plekken niet voor niets het hele jaar door liggen, dus je snapt dat het hier aardig koud kan zijn. Zorg er daarom voor dat je voldoende warme kleding mee hebt als je in het dal start. Denk hierbij aan een lange broek, een extra wandelshirt en een fleecejas of -vest. Bedenk je ook voor je de gletsjer betreedt of je niet toch je lange broek aan wilt doen, want eenmaal onderweg is het een heel gedoe om een lange broek aan te doen. Naast warme kleding is een paar goede handschoenen, zoals hierboven beschreven, ook een absolute must en ook een muts is geen overbodige luxe.
4. Is er een speciale techniek voor gletsjerwandelen?
In de basis is er geen speciale techniek voor het wandelen op een gletsjer. Je zet nog steeds de ene voet voor de ander. Toch zijn er wel degelijk verschillen met het wandelen op een gewoon rotspad. Op de gletsjer zit je namelijk met een touw aan elkaar vast, voor het geval er toch iemand in een gletsjerspleet valt. Je moet er dus wel rekening mee houden dat er (meestal) zowel voor, als achter iemand aan je vast zit. Bedenk dus ook goed hoe je het gewicht van de groep verdeelt en wie voorop gaat en het tempo bepaalt. Luister hiervoor ook goed naar de gids, hij zal het beste weten wie waar in de rij kan lopen. Daarnaast is het ook zwaarder om door de sneeuw en over het ijs te lopen. Je zakt of glijdt af en toe weg, wat meer energie kost dan een gewone bergwandeling. Let er dus ook op dat je niet te snel loopt. Het laatste waar je op let, is het gebruik van je stijgijzers. Op steile vlakken kun je de punten die aan de voorkant zitten, goed in het ijs 'hakken' om zo niet uit te glijden. Datzelfde geldt voor afdalen: dan kun je de punten aan de achterkant van de stijgijzers in de sneeuw of het ijs zetten. Je moet je wandeltechniek dus wel iets aanpassen op een gletsjer.
5. Wat is het niveau van gletsjerwandelingen?
Met alle materialen en ervaring die je nodig hebt, lijkt het bijna alsof gletsjerwandelingen technisch heel moeilijk zijn. Maar dat is zeker niet het geval, je hebt gletsjerwandelingen van veel verschillende niveaus. Het materiaal en de ervaring hebben meer met je veiligheid te maken. Zelf ben ik een aantal jaar geleden met een groep en onder leiding van een gids naar de top van de Großvenediger gewandeld. Het was een pittige en lange wandeling, maar iedereen die vaker in de bergen komt en (redelijk) fit is, had deze wandeling kunnen maken. Dit was dus een wandeling van gemiddeld niveau. Maar er zijn ook zeker veel zwaardere gletsjerwandelingen. Die naar de top van de Großglockner is bijvoorbeeld van een veel hoger niveau en vraagt de nodige bergsportervaring. Informeer van tevoren daarom goed naar het niveau van de wandeling over het ijs en laat je adviseren door een gids.
6. Kun je zonder gids gletsjerwandelen?
Nee. Heel simpel, zonder gids over een gletsjer wandelen is een absolute no-go. Zoals hierboven al beschreven, zijn wandelingen over het eeuwige ijs niet zonder risico's. Die risico's worden vooral gevormd door gletsjerspleten. Dit zijn scheuren in het ijs van tot wel honderden meters breed en tientallen meters diep. Nu denk je misschien, 'Als ze zo groot zijn, dan zie je ze toch van verre al liggen?', en dat is waar het fout gaat. Niet alle gletsjerspleten zijn zichtbaar. Ze kunnen namelijk nog verborgen zijn onder een laag sneeuw. Dat is waarom je met een gids op pad gaat. Hij heeft genoeg kennis en ervaring op gedaan bij verschillende cursussen om het terrein te kunnen lezen en de groep via een veilige route tussen de gletsjerspleten door te leiden. Daarnaast heb je ook een gids nodig om je van een uitrusting voorzien en te controleren of je die op de juiste manier gebruikt. Bovendien vertelt hij onderweg ook genoeg leuke en interessante feitjes over de omgeving, dus dan leer je ook nog wat tijdens het wandelen.
7. Waar kun je deze wandelingen maken?
Gletsjerwandelingen kun je over de hele wereld maken. Zo kun je bijvoorbeeld gletsjerwandelen in Oostenrijk, op de Pasterze Gletscher, Großvenediger gletsjer, in het Ötztal of de Stubaier Alpen. Maar ook in Zwitserland is dit mogelijk. Onder andere de Aletschgletscher is favoriet hier, maar ook via de Gornergletsjer naar de Monte Rosa-hut bij Zermatt is een prachtige wandeling. Wil je het avontuur nog groter maken? Ga dan wandelen op een van de enorme gletsjers in IJsland, Argentinië, Canada of Nieuw-Zeeland.