Italië heeft naast het vasteland een aantal bijzondere eilanden, waaronder het prachtige Sicilië. Bij Sicilië denkt u misschien niet meteen aan een imposant berglandschap, maar wel aan de 3.000 meter hoge vulkaan de Etna. Tijdens onze rondreis over het eiland verbleven we een paar dagen in de buurt van deze 'schoorsteen'. We overnachten aan de kust, in agriturismo Galea. Op dag drie is de lucht helderblauw, wat betekent dat we de vulkaan gaan beklimmen!
De sporen van de lava
Met de auto rijden we naar de zuidkant van de Etna. De weg is zeer toegankelijk en brengt ons tot ongeveer 1900 meter. We zijn meteen onder de indruk van het vulkanische landschap, de lavastromen zijn duidelijk zichtbaar. Nadat we de auto hebben geparkeerd lopen we naar de 'Monti Silvestri' krater. Het is maar een korte klim, maar behoorlijk steil en er liggen veel losse stenen. Het publiek is zeer afwisselend; de één loopt op stevig bergschoenen en de ander op teenslippers (wat natuurlijk niet heel makkelijk gaat). U kunt er ook voor kiezen om de gondel omhoog te pakken naar 2500 meter, maar wij besluiten om dit te voet af te leggen.
Het duurt wel even...
Terwijl we omhoog lopen begrijpen we steeds beter waarom de meeste bezoekers de gondel nemen. De klim is zeker niet makkelijk! De weg omhoog bestaat uit veel losliggende stenen, wat net erg makkelijk loopt. Op de steile stukken lijkt het alsof u twee stappen omhoog maakt en meteen weer één omlaag zakt. Toch is het een bijzonder avontuur. Het is erg rustig en het uitzicht is prachtig. Na zo'n 1,5 á 2 uur komen we (moe maar voldaan) aan bij het bergstation. Grappig feitje: degenen die hier aankomen op teenslippers kunnen hier bergschoenen of een jas huren.
Het laatste stuk omhoog
Vanaf het bergstation kunt u met busjes naar de hoogste krater van de Etna: de Cratere Nuova. Helaas voel ik mij ineens niet zo lekker, wellicht door het inademen van de zwavellucht op de pittige tocht onmhoog. Ik voel me licht in mijn hoofd en ben misselijk. Uiteindelijk besluit ik om in het restaurant op 2500 meter te blijven, terwijl Richard dapper te voet naar de hoogste krater gaat. Deze wandeling is gelukkig een stuk makkelijker. Het pad is hier hard en er liggen weinig losse stenen. De krater is tot op een paar honderd meter bereikbaar. Dankzij de onvoorspelbaarheid van de Etna is het verboden om over de rand van de krater te kijken.
En weer naar beneden
Wanneer Richard weer terug is, voel ik mij gelukkig al stukken beter. We besluiten om weer naar beneden te wandelen, terwijl de meeste toeristen de gondel pakken. De wandeling maakt ons bezoekje aan de Etna toch even wat specialer. Dankzij de vele losse stenen moeten we tijdens het afdalen goed opletten. Wel is het een erg leuke ervaring, want soms glijdt u een stuk naar beneden, terwijl aan alle kanten zwarte stofwolkjes omhoog komen. Deze zwarte stofwolkjes zorgen ervoor dat we bij aankomst in onze accommodatie niet alleen onze schoenen moeten poetsen! Kleding, oren en haar, het zit overal. Wat een bijzondere dag en een prachtig avontuur was het!