De bergen hebben iets magisch en dat is een gevoel dat iedere keer weer naar boven komt als ik er ben. Jaloersmakende momenten vergeleken met hier, want waarom hebben wij geen bergen?
Vroeger ging ik iedere zomer met mijn ouders richting Italië, Zwitserland of Frankrijk. Eerst met de tent en later met de caravan. We stonden op allerlei afgelegen lokale campings. Spelen in bergriviertjes, forellen vangen met een schepnet en hutten bouwen onder de bomen. We trokken er altijd samen op uit om allerlei schattige plaatjes te ontdekken, urenlang schelpen te zoeken op het strand en om wandelingen te maken door de bergen.
Zo veel herinneringen aan de bergen
Als ik denk aan de bergen, dan zijn er een aantal herinneringen die altijd naar boven komen. De wandelstok waarmee ik rondliep en waar ik bij iedere berg een nieuw plaatje mocht uitkiezen. Het oude treintje in Grindelwald dat ons naar boven bracht. De eeuwige sneeuw in de Pyreneeën. Of die keer dat ik op de Kleine Scheidegg zo graag een koe wilde aaien, maar dat die koe dat niet helemaal waardeerde en me vervolgens met zijn horens lanceerde. Nu ben ik vooral ’s winters in de Alpen te vinden tijdens de wintersport en zomers ga ik graag op ontdekkingstocht richting de rest van de wereld.